Wetgeving personeelsbeleid :
Vindt hier de reeds goedgekeurde en van toepassing zijnde wetgeving
inzake het personeelsbeleid van de hulpverleningszones.
Bij het klikken op de link wordt u doorverwezen naar de webpagina van de Civiele Veiligheid.
De hulpverleningszones fungeren ook als werkgevers van hun personeel. Dat personeel bestaat hoofdzakelijk uit operationeel personeel. Dit omvat in de eerste plaats het vrijwillig en beroepspersoneel van de brandweer, maar het kan ook het vrijwillig en beroepspersoneel met louter ambulancetaken omvatten, als de zone daarvoor gekozen heeft. Daarnaast heeft iedere zone ook het nodige administratieve personeel in dienst. Over deze laatste categorie gaat het hier verder niet. De statuten van deze personeelscategorie zijn immers niet federaal vastgelegd, maar wel op het niveau van iedere zone.
Naar aanleiding van de hervorming van de civiele veiligheid is in 2015 onder andere het administratief en het geldelijk statuut voor de brandweer geüniformiseerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat al het brandweerpersoneel van eenzelfde graad over dezelfde verloning, voordelen en verloven beschikt, ook als ze niet voor dezelfde hulpverleningszone werken. Het nieuwe geldelijke statuut is niet van toepassing op het brandweerpersoneel dat ervoor koos om zijn gemeentelijk geldelijk statuut te behouden.
Het statuut van professioneel en vrijwillig personeel van brandweer verschilt wel nog op bepaalde punten. Deze verschillen zijn er gekomen door de aparte situatie van de vrijwillige brandweermannen: zij hebben immers een ander hoofdberoep. Omdat zij niet voltijds voor de brandweer werken, maar zelf bepalen wanneer zij beschikbaar zijn, worden bepaalde verloven of specifieke regelingen (wedertewerkstelling, eindeloopbaanregeling) voor hen niet voorzien. Maar het vrijwillig brandweerpersoneel geniet wel een fiscale vrijstelling en een vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen om zijn engagement tegenover de samenleving te belonen.
Om het brandweerpersoneel te helpen haar weg te vinden in het nieuwe statuut, sommen we hieronder de voornaamste punten op en vermelden we waar ze terug te vinden zijn in de koninklijke besluiten.
Het administratief en geldelijk statuut van de brandweer staat uitgebreid beschreven in:
- het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel, m.a.w. het administratief statuut van de hulpverleningszones .
FAQ Administratief statuut
De FAQ administratief statuut wordt hierna in een nieuwe vorm voorgesteld om het lezen en het begrijpen van de bepalingen van het statuut te vergemakkelijken. Elk boek van het statuut vormt een aparte FAQ. De boeken-FAQ worden beetje bij beetje gepubliceerd naarmate ze geüpdatet worden.
- BOEK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
- BOEK 2 - RECHTEN EN PLICHTEN
- BOEK 3 - ONVERENIGBAARHEDEN EN CUMULATIE VAN BEROEPSACTIVITEITEN
- BOEK 4 - DE AANWERVING, DE AANWERVINGSSTAGE EN DE BENOEMING
- BOEK 6 - DE OPLEIDING
- BOEK 7 - DE EVALUATIE
- BOEK 8 - ORGANISATIE VAN DE DIENSTTIJD VAN DE VRIJWILLIGE PERSONEELSLEDEN
- BOEK 10 - TUCHTREGELING
- BOEK 11 - UITVOEREN VAN EEN ALCOHOL- OF DRUGSTEST
- BOEK 12 - SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DIENST
- BOEK 13 - VERZEKERING VAN HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL
- BOEK 14 - DE BEËINDIGING VAN EEN AMBT - het koninklijk besluit van 19 april 2014 over de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel, m.a.w. het geldelijk statuut van de hulpverleningszones
FAQ geldelijk statuut - Update 23/04/2019
VERLONING EN VOORDELEN
Het geldelijk statuut van de brandweer is vastgelegd in het koninklijk besluit van 19 april 2014 over de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel. Hieronder krijg je een lijst van de bepalingen rond de verloning en voordelen van zowel professioneel als vrijwillig brandweerpersoneel met vermelding van de juiste artikels in het koninklijk besluit waar je meer informatie kan terugvinden. Let wel: de zoneraad kan nog extra voordelen of vergoedingen vastleggen, binnen de grenzen en onder de voorwaarden van het koninklijk besluit van 19 april 2014.
BEROEPSPERSONEEL
Wedde
De jaarwedde van een beroepspersoneelslid van de brandweer hangt af van zijn graad, zijn dienstjaren (zijn ‘geldelijke anciënniteit’) en de rang binnen zijn weddeschaal.
De tabellen met de weddeschalen per graad vind je als bijlage 1 van het geldelijk statuut.
Toelagen
Als beroepspersoneel van de brandweer kan je zes verschillende toelagen krijgen:
- een haard- en standplaatstoelage, een eindejaarstoelage en vakantiegeld, onder dezelfde voorwaarden als de federale ambtenaren.
- een operationaliteitspremie. Het bedrag hiervan hangt af van je graad en het aantal uren dat je gewerkt hebt.
- als je minstens 90 dagen ononderbroken een hogere functie uitoefent, ontvang je hiervoor ook een toelage.
- een diplomatoelage. De zoneraad bepaalt welke voorwaarden aan deze toelage verbonden zijn.
Meer details: art. 25-31 van het geldelijk statuut
Bevordering in weddeschaal
Of je binnen je graad naar een hogere weddeschaal kan gaan, hangt af van de dienstjaren in je huidige weddeschaal, van het resultaat van je evaluatie en of je genoeg opleiding hebt gevolgd.
Meer details: art. 12-19 van het geldelijk statuut
VRIJWILLIG PERSONEEL
Prestatievergoeding
Omdat je als vrijwilliger werkt, krijg je geen ‘loon’ maar een ‘vergoeding’ die afhangt van je graad. Voor de berekening van de vergoeding worden meegeteld: de wachtdiensten in de kazerne, de interventies, de preventie, administratieve of logistieke taken, oefeningen en opleidingen en deelname aan bevorderingsexamens. De tabellen met de bedragen van de vergoedingen per graad vind je als bijlage 2 van het geldelijk statuut.
Meer details: art. 32-37 van het geldelijk statuut
Toelagen
Als vrijwillig personeel van de brandweer kan je drie verschillende toelagen krijgen:
- een diplomatoelage. De zoneraad bepaalt welke voorwaarden aan deze toelage verbonden zijn.
- een toelage voor onregelmatige prestaties. De zoneraad bepaalt de bedragen hiervan.
- wanneer een vrijwilliger minstens 90 dagen ononderbroken een hogere functie uitoefent, ontvangt hij hiervoor ook een toelage.
Meer details: art. 38-44 van het geldelijk statuut
Fiscale en RSZ-vrijstelling
Als je vrijwillig brandweerpersoneel bent, geniet je van een fiscale vrijstelling en een vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen omdat je jezelf ten dienste stelt van de bevolking.
Meer details: in de fiscale wetgeving (art. 36, 12° wetboek inkomstenbelasting) en de sociale zekerheidswetgeving (art. 17 quater koninklijk besluit 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders)
VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN
Verloven van beroepspersoneel zijn vastgelegd in het administratief statuut. Hieronder vind je een overzicht van de verloven en afwezigheden. Voor het vrijwillig personeel kan je hier meer uitleg vinden over de organisatie van de diensttijd en de opschorting van de benoeming.
BEROEPSPERSONEEL
Jaarlijks verlof
Het aantal dagen verlof waarop je recht hebt, hangt af van je leeftijd: ben je jonger dan 50, dan heb je 26 verlofdagen. Ben je ouder dan 50, dan krijg je per jaar één extra verlofdag. Je krijgt ook nog 3 extra verlofdagen die samenvallen met lokale feestdagen binnen de zone en de zoneraad kan 1 of 2 extra verlofdagen per jaar toekennen.
Meer details: art. 195-200 van het administratief statuut
Dienstvrijstellingen
Voor sommige activiteiten mag je tijdens de diensturen voor een bepaalde tijd afwezig zijn, bijv. wanneer je als getuige wordt opgeroepen voor een rechtbank.
De zoneraad kan extra dienstvrijstellingen vastleggen.
Meer details: art. 205, 206 en 216 van het administratief statuut
Andere verloven of afwezigheden
Je hebt ook recht op andere verloven, deze vind je terug in de overzichtstabel afwezigheden.
Afwezigheid wegens ziekte
Elk beroepspersoneelslid kan jaarlijks gebruik maken van 21 betaalde ziektedagen. Dit aantal wordt in sommige gevallen verminderd. Wanneer je ziektedagen opgebruikt zijn en je nog steeds ziek bent, word je in disponibiliteit gesteld. Je ontvangt dan een wachtgeld van 60% van je loon.
Meer details: art. 223-239 van het administratief statuut
Schorsing in het belang van de dienst
Wanneer je strafrechtelijk vervolgd wordt of een tuchtsanctie riskeert omwille van een zware fout, kan de zoneraad jou preventief schorsen. Dit is geen tuchtsanctie maar een ordemaatregel in het belang van de dienst.
Meer details: art. 297 van het administratief statuut
VRIJWILLIG PERSONEEL
Organisatie van de diensttijd
Doordat je als vrijwillig brandweerpersoneel een hoofdberoep hebt en zelf aan de zone doorgeeft wanneer je beschikbaar bent en kan opgeroepen worden, gelden er voor jou specifieke regels voor de dienst- en rusttijden. Zo mag je over een periode van 12 maanden bekeken maximaal 24 uren per week werken en mag een werkperiode nooit langer zijn dan 24 uren, behalve bij een noodsituatie. Voor een periode van 7 dagen heb je in principe recht op 36 uren ononderbroken rust. Van deze regel kan worden afgeweken op voorwaarde dat de rust wordt toegekend binnen de 14 dagen.
Meer details: art. 174-180 van het administratief statuut
Opschorting van de benoeming
Je kan als vrijwillig personeelslid geen loopbaanonderbreking nemen. Je kan wel aan de zoneraad vragen om je benoeming op te schorten voor een periode tussen 6 maanden en 2 jaar.
Meer details: art. 246 van het administratief statuut
Schorsing in het belang van de dienst
Wanneer je strafrechtelijk vervolgd wordt of een tuchtsanctie riskeert omwille van een zware fout, kan de zoneraad jou preventief schorsen. Dit is geen tuchtsanctie maar een ordemaatregel in het belang van de dienst.
Meer details: art. 297 van het administratief statuut
FUNCTIEBESCHRIJVINGEN
Als brandweerman vervul je een aantal functies die gelinkt zijn aan je graad. Je kan daarnaast ook administratief-technische of eerder operationeel gespecialiseerde functies uitoefenen. Een overzicht van de combinatiemogelijkheden is terug te vinden in onderstaande figuur.
De functiebeschrijvingen zijn vastgelegd in een ministerieel besluit. Ze dienen onder andere als basis bij aanwervingen en bevorderingen, maar ze zijn ook onontbeerlijk in het kader van de individuele evaluatiecyclus van ieder personeelslid.
- bijlage 1 Brandweerman
- bijlage 2 Korporaal
- bijlage 3 Sergeant
- bijlage 4 Adjudant
- bijlage 5 Luitenant
- bijlage 6 Kapitein
- bijlage 7 Majoor
- bijlage 8 Kolonel
- bijlage 9 administratief assistent
- bijlage 10 technisch logistiek assistent
- bijlage 11 assistent operationele ondersteuning
- bijlage 12 administratief-technisch deskundige
- bijlage 13 operationeel deskundige
- bijlage 14 postverantwoordelijke
- bijlage 15 operationeel specialist
- bijlage 16 administratief-technisch specialist
- bijlage 17 ambulancier + http://www.health.belgium.be/nl/h-competentieprofiel
- bijlage 18 coördinator ambulancier
- bijlage 19 bediener hoogtewerker
- bijlage 20 chauffeur
- bijlage 21 pompbediener
- bijlage 22 brandweerduiker
- bijlage 23 gaspakdrager
- bijlage 24 dispatcher
- bijlage 25 Assistent Brandpreventie
- bijlage 26 Deskundige Brandpreventie
- bijlage 27 Specialist Brandpreventie
- bijlage 28 instructeur FOROP 1
- bijlage 29 Specialist VTO- FOROP 2
- bijlage 30 Evaluator
EVALUATIE
Presentatie evaluatie (ppt 2Mo)
Een goed evaluatiesysteem stimuleert de communicatie tussen jou en je functionele chef. Je zoekt samen naar een manier om je competenties te ontwikkelen en tegelijk de doelstellingen van de dienst te bereiken. De regeling is dezelfde voor het vrijwillig en het beroepspersoneel. Enkel de zonecommandant en de stagiairs hebben een apart evaluatiesysteem. Een evaluatieperiode duurt 2 jaar.
Meer details: art. 152 – 173 van het administratief statuut
Verloop van de evaluatieperiode
Een functiegesprek
Aan het begin van een evaluatieperiode heb je een functiegesprek met je functionele chef. Tijdens dit gesprek worden de doelstellingen vastgelegd die je moet bereiken en bespreken jullie de punten waarop je zal geëvalueerd worden. Je chef maakt hiervan een verslag op.
Een functioneringsgesprek
Als jij of je functionele chef het nodig vinden, kan er tijdens de evaluatieperiode een functioneringsgesprek gepland worden. Tijdens dit gesprek kan bv. gezocht worden naar oplossingen voor problemen die je ondervindt om de doelstellingen te bereiken. Eventueel kunnen de doelstellingen uit het functiegesprek worden aangepast.
Een evaluatiegesprek
Op het einde van de evaluatieperiode hebben jij en je functionele chef een evaluatiegesprek. Hier wordt gekeken of de doelstellingen bereikt zijn. Je chef maakt een evaluatieverslag op met als resultaat ‘voldoende’, ‘te verbeteren’ of ‘onvoldoende’. Jij kan opmerkingen aan dit verslag toevoegen als je dat wil.
Een nieuw functiegesprek
Op het einde van het evaluatiegesprek maken jullie afspraken voor de volgende evaluatieperiode in een nieuw functiegesprek.
Meer details: art. 156 – 164 van het administratief statuut
Wat bij een negatieve evaluatie?
Als je niet akkoord gaat met het resultaat van je evaluatie, kan je beroep indienen bij een evaluatiecommissie, die wordt voorgezeten door de zonecommandant.
Wanneer je in een periode van drie jaar twee keer een ‘onvoldoende’ als resultaat hebt gekregen, spreekt de zoneraad je ontslag uit. Als je hiermee niet akkoord gaat, kan je beroep indienen bij een federale beroepskamer.
Meer details: art. 165 – 171 van het administratief statuut
- BIJLAGE 4 – MODEL VAN EVALUATIEVERSLAG
Meer uitleg vind je ook in de Ministeriële omzendbrief van 8 oktober 2016 betreffende de evaluatie van de operationele personeelsleden van de hulpverleningszones
- Koninklijk besluit van 8 oktober 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is- Ministeriële omzendbrief van 8 oktober 2016 betreffende de evaluatie van de operationele personeelsleden van de hulpverleningszones
- Bijlage 1 - VERSLAG FUNCTIEGESPREK
- Bijlage 2 - VERSLAG FUNCTIONERINGSGESPREK
- Bijlage 3 - COMPETENTIEWOORDENBOEK
- Bijlage 4 - COMPETENTIEMATRIX
LOOPBAAN
Hieronder beschrijven we je doorgroeimogelijkheden als brandweerpersoneel, zowel binnen je zone als naar andere zones.
Bevordering: naar een hogere graad
Als vrijwillig en professioneel brandweerpersoneel kan je overgaan naar een hogere graad. Hiervoor moet je voldoen aan een aantal voorwaarden qua opleiding, evaluatie, graad, … Wil je meedoen aan een bevorderingsprocedure? Je kan deze voorwaarden terugvinden in het administratief statuut.
Meer details: art. 56 van het administratief statuut
Je kan ook overgaan naar een hogere graad in een andere zone, dit heet dan ‘bevordering door mobiliteit’.
Meer details: art. 87-88 van het administratief statuut
Opgelet: ben je beroepspersoneelslid dan kan je je enkel kandidaat stellen voor vacante beroepsplaatsen. Ben je vrijwillig personeelslid dan kan je je enkel kandidaat stellen voor vacante vrijwilligersplaatsen, tenzij de plaats ook wordt opengesteld voor vrijwilligers in het kader van professionalisering.
Meer details: art. 55, art. 90, tweede lid en art. 107, tweede lid van het administratief statuut
Mobiliteit: naar een andere zone
Als je als beroepslid in een andere zone wil werken, kan je je huidige graad en weddeschaal behouden of je kan ook solliciteren voor een functie in een lagere graad met de daarbijhorende weddeschaal. Of je kan overgaan naar een andere zone hangt onder meer af van je graadanciënniteit en je laatste evaluatie. Wil je graag in een andere zone werken? Kijk dan geregeld op de website van de zone waar je wil werken of op de jobs-pagina van deze website want daar vind je de oproepen voor de plaatsen die worden open gesteld via mobiliteit.
Meer details: art. 67-83 van het administratief statuut
Opgelet: ben je beroepspersoneelslid dan kan je je enkel kandidaat stellen voor een vacante beroepsplaats. Ben je vrijwillig personeelslid dan kan je je enkel kandidaat stellen voor een vacante vrijwilligersplaats, tenzij de plaats ook wordt opengesteld voor vrijwilligers in het kader van professionalisering.
Professionalisering: van vrijwilliger naar beroeps
Als vrijwillig personeelslid kan je overgaan naar een vacante plaats binnen het beroepspersoneel van je zone terwijl je je huidige graad behoudt. Je kan ook beroeps worden in een andere zone, dan combineer je een professionalisering met mobiliteit. Voor je beroepspersoneel kan worden, moet je slagen voor een proef en –stage.
Meer details: art. 92-109 van het administratief statuut
Wedertewerkstelling: naar lichtere operationele taken of administratieve, technische of logistieke taken
Wanneer de dokter oordeelt dat je job als brandweerman te zwaar geworden is voor je gezondheid of wanneer je dit zelf vraagt, kan de zoneraad toelaten dat je lichtere operationele taken of administratieve, technische of logistieke taken uitvoert.
Opgelet: de regeling van wedertewerkstelling geldt enkel voor het beroepspersoneel.
Meer details: art. 110-123 van het administratief statuut
EINDE LOOPBAAN
Vrijwillig brandweerpersoneel heeft op bepaalde punten een ander statuut dan het beroepspersoneel. Deze verschillen zijn er gekomen door de situatie van de vrijwillige brandweerman, die al een hoofdberoep heeft. Omdat hij niet voltijds voor de brandweer werkt, maar zelf bepaalt wanneer hij beschikbaar is, worden bepaalde regelingen zoals wedertewerkstelling en een eindeloopbaanregeling voor hem niet voorzien. De zoneraad kan wel een erkentelijkheidstoelage toekennen aan de vrijwillige brandweermannen na een eervol ontslag.
BEROEPSPERSONEEL
Om te kunnen genieten van het eindeloopbaansysteem moet je voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze staan beschreven in artikel 125 van het administratief statuut. Wanneer je hieraan voldoet, kan je een aanvraag indienen bij de zoneraad voor een van de volgende maatregelen:
Een lichtere, aangepaste taak
Als je gevraagd hebt om een lichtere operationele taak of een administratieve, technische of logistieke taak te krijgen die aangepast is aan je profiel en mogelijkheden, dan ben je verplicht om je pensioen aan te vragen wanneer je de leeftijd hebt bereikt die nodig is voor het vervroegd pensioen.
Meer details: art. 126-130 van het administratief statuut
Verlof voorafgaand aan het pensioen
Wanneer een lichtere, aangepaste taak niet mogelijk is, kan de zoneraad een verlof voorafgaand aan het pensioen toekennen. Je bent dan verplicht om je pensioen aan te vragen wanneer je de leeftijd hebt bereikt die nodig is voor het vervroegd pensioen.
Meer details: art. 131-136 van het administratief statuut
Pensioen
Als beroepsbrandweerman val je onder dezelfde pensioenregeling als de andere ambtenaren, maar je pensioen wordt voordeliger berekend. Waar voor andere ambtenaren elk gepresteerd jaar slechts voor 1/60ste meetelt voor de berekening van hun pensioen, is dit voor de brandweer 1/50ste en dit voor alle jaren waar je “rechtstreeks hebt deelgenomen aan de brandbestrijding”. Het bedrag van je pensioen is dus hoger. Je pensioenleeftijd blijft wel dezelfde als die van de andere ambtenaren.
Meer details: art. 51 van de wet van 5 mei 2014 houdende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector
Einde van het ambt
Je job als beroepspersoneelslid kan op verschillende manieren eindigen: b.v. door zelf je ontslag te geven, door je (al dan niet eervol) ontslag te krijgen, door afzetting of wanneer je definitief medisch ongeschikt wordt verklaard.
Meer details: art. 300 van het administratief statuut
VRIJWILLIG PERSONEEL
De eindeloopbaanregeling voor het vrijwillig brandweerpersoneel is anders dan die voor het beroepspersoneel, omdat dit niet hun hoofdberoep is. Als vrijwillig personeelslid kan je geen lichtere taak vragen. Je hebt ook geen recht op een pensioen. De zoneraad kan wel een erkentelijkheidspremie toekennen.
Einde van het ambt
Je job als vrijwillig personeelslid kan op verschillende manieren eindigen: b.v. door zelf je ontslag te geven, door je (al dan niet eervol) ontslag te krijgen, door een tuchtsanctie of wanneer je benoeming niet vernieuwd wordt.
Meer details: art. 301 van het administratief statuut
Erkentelijkheidstoelage
Als vrijwillig brandweerman kan je een toelage krijgen als je eervol ontslagen wordt. Het is de zoneraad die hierover autonoom beslist.
Meer details: art. 46 van het geldelijk statuut
TUCHTREGELING
Als personeelslid heb je rechten maar ook plichten. Om in alle sereniteit te kunnen werken is het immers nodig dat je de regels volgt die je werkgever, de hulpverleningszone, oplegt.
Het administratief statuut bepaalt een aantal te volgen procedures en sancties voor wie de regels niet naleeft. Een tuchtstraf moet in verhouding staan tot de ernst van de feiten, zij wordt geval per geval uitgesproken. De tuchtregeling geldt voor alle personeelsleden, met inbegrip van de stagiairs en de zonecommandant.
Tuchtprocedure
Wanneer je tekort komt aan je beroepsplichten of dingen doet die de waardigheid van je beroep in het gedrang kunnen brengen, kan het zonecollege of de zoneraad een tuchtsanctie opleggen. Voordat een tuchtsanctie wordt uitgesproken, moet je als personeelslid op de hoogte gebracht worden van de feiten die jou ten laste gelegd worden. Je moet ook vooraf gehoord worden en je mag je laten bijstaan door iemand die je zelf kiest.
Meer details: art. 248-279 van het administratief statuut
ARBEIDSTIJD
Als beroepslid werk je volgens het uurregime dat bepaald wordt door de zone (b.v. shiften van 12u of van 8u, in continudienst of in dagdienst, …) . Normaal gezien betekent dat een gemiddelde van 38u per week.
Wie dat wil kan, volledig vrijblijvend, een overeenkomst met de zone afsluiten om per week maximaal 10u extra te presteren voor de zone, onder de vorm van wachtdiensten in de kazerne of interventies via oproepbaarheidsdiensten. Dit is de zogenaamde opt-outovereenkomst.
Meer details: wet arbeidstijd 19 april 2014 en FAQ arbeidstijd + bijlagen ‘protocol afgesloten op het comité A bemiddelingsprocedure’ en ‘presentatie uitleg bemiddeling’
De wet bepaalt dat regelmatig pauzes moeten worden genomen, dat er voldoende rust moet zijn tussen 2 lange shiften, dat er wekelijks een langere rustperiode is, …
Meer details: ministeriële omzendbrief 24u-shiften van 24 mei 2016
Als vrijwilliger werk je voornamelijk op basis van je eigen beschikbaarheid. Je kan je oproepbaar stellen om gevolg te geven aan oproepen voor interventies wanneer jou dat het beste past. De zone kan wel een minimum percentage voor beschikbaarheid opleggen. Het is ook mogelijk dat de zone je als vrijwilliger wil inschakelen voor wachtdiensten in de kazerne. De tijd dat je wacht in de kazerne en de tijd van de interventies gelden als diensttijd. Daarnaast worden ook de uren dat je opleiding volgt, deelneemt aan oefeningen of bevorderingsexamens, preventietaken vervult en onderhouds- of administratieve taken uitvoert, aangerekend als diensttijd.
Over een periode van een jaar kan men maximaal 24u per week presteren als vrijwilliger. Daarnaast heeft de zone een autonomie om de beschikbaarheid en oproepbaarheid van haar vrijwilligers te organiseren
Meer details: art. 174-180 administratief statuut, Omzendbrief van 22 april 2014 en nota beschikbaarheid vrijwilligers n.a.v. arrest Matzak
AMBULANCIERS
Als je operationeel personeelslid bij een hulpverleningszone wil zijn, hoeft dat niet noodzakelijk als brandweerman te zijn. Je kan ook aan de slag gaan als ambulancier. In veel gevallen worden beide functies ook gecumuleerd. Dan blijven alle bepalingen van het statuut van brandweerpersoneel van toepassing.
Als je als ambulancier niet-brandweerman aan de slag gaat, is er een volledig verschillend administratief en geldelijk statuut van toepassing. Een aantal bepalingen zijn parallel met deze van het brandweerstatuut (b.v. inzake mobiliteit, professionalisering, verloven en afwezigheden, …) andere zijn verschillend.
Zo gelden er specifieke aanwervingsvoorwaarden (b.v. een federaal geschiktheidsattest is niet vereist) en kan er enkel bevorderd worden naar de graad van coördinator hulpverlener-ambulancier. Er zijn ook aparte regels inzake opleiding (de FOD Volksgezondheid bepaalt deze grotendeels) en beëindiging van het ambt.
Meer details: administratief statuut ambulancier en FAQ ambulanciers
Gelet op het verschillende takenpakket, is er een verschillende verloning. Als beroepsambulancier heb je recht op andere weddeschalen dan het brandweerpersoneel en als vrijwillig ambulancier krijg je andere prestatievergoedingen.
Meer details: geldelijk statuut ambulanciers en FAQ ambulanciers
De keuze om ambulancier te worden, kan je maken bij aanvang van je carrière bij de zone, maar ook in de loop ervan. Je kan via een specifieke procedure overstappen van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel, maar ook de omgekeerde weg is mogelijk.
Meer details: KB van 26 januari 2016 overgang
Als vrijwillige ambulancier niet-brandweerman kan je, net zoals de vrijwillige brandweerlieden, genieten van een vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen. De bestaande vrijstelling van de sociale zekerheidsbijdragen waarvan de vrijwillige brandweerlieden van de zone genieten, werd vanaf 1 januari 2018 immers uitgebreid naar de ambulanciers niet-brandweerman (en ook naar de vrijwilligers van de civiele bescherming en de vrijwillige ambulanciers van ambulancediensten buiten de hulpverleningszones).
Meer details: KB van 28 november 1969
De RSZ is de bevoegde dienst voor de sociale zekerheid en er bestaan technische instructies inzake invullen van de DMFAPPL. In deze link kan je de instructies van de RSZ vinden:
https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfappl/nl/latest/instructions/persons/specific/firemen.html
RECHTSHULP
Als je wordt gedagvaard of als een strafvordering wordt ingesteld tegen jou wegens feiten tijdens de uitoefening van je functies als personeelslid, heb je recht op rechtshulp van een advocaat. De zone draagt de kosten voor deze rechtshulp.
Als schade werd toegebracht aan jouw goederen, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van je functies, kan je onder bepaalde voorwaarden vergoed worden door de zone.
Meer details: art. 165-166 wet van 15 mei 2007 en het koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor de personeelsleden van de hulpverleningszones
OPLEIDING
Je hebt als beroeps- of vrijwillig personeelslid een aantal rechten en verplichtingen op het vlak van (voortgezette en permanente) opleiding.
Meer details: art. 148-151 administratief statuut, FAQ opleiding - Update 16/01/2018 - en in het onderdeel opleiding en retex van deze website